fotograaf

Met ♡ voor kunst en cultuur

Interview met Anne de Haij - juni 2021

> lees alle interviews

Na 6 jaar gewerkt te hebben als strategisch adviseur van de directie van het Kunstmuseum Den Haag is Anne de Haij per 1 februari 2021 de directeur van het Stedelijk Museum Schiedam. Ze gaat historische tentoonstellingen organiseren, moderne en hedendaagse kunsttentoonstellingen. Dat laatste sluit aan bij de programmalijn nieuwe kunst, waarvoor het Stedelijk Museum Schiedam vanaf 2021 rijkssubsidie krijgt. Het gaat om een nieuwe generatie kunstenaars die opereert op het snijvlak van fotografie, design, illustratie en nieuwe media. Deze kunstenaars kaarten thema’s aan als intersectionaliteit, modern feminisme en sociale ongelijkheid.

Volg het Stedelijk Museum Schiedam op Instagram en Facebook. Schrijf je onderaan hun website in voor de nieuwsbrief!

Allereerst, hoe was het om als nieuwe directeur te starten midden in de coronacrisis?

Surrealistisch, maar ik was er tegelijkertijd ook heel goed op voorbereid. Toen het bekend werd dat ik in de tweede lockdown in deze functie zou starten, werd ik door veel mensen gewaarschuwd. “Ga er maar aan staan,” kreeg ik te horen. Ik ging er dus geharnast in. Maar ik ben een pragmaticus. Uiteindelijk is het ook gewoon de realiteit waarmee je dealt. 



Wel een uitdaging was het leggen van lokale contacten. Dit museum opereert zowel landelijk als heel lokaal. Van de bakker tot het theater tot aan de welzijnsorganisaties. We willen voor iedereen benaderbaar zijn en, waar dat kan, samenwerken. Dat persoonlijke contact was wel echt een uitdaging. Dat ging en mocht gewoon niet. Ik startte in de diepste dagen van de lockdown. Ik mocht mijn eigen personeel niet eens ontmoeten.

Het oude museumgebouw staat in de steigers.

Het kantoor van Anne bevindt zich aan de straatkant, niet ver verwijderd van de oude ingang van het museum wat momenteel wordt gerenoveerd. Zo kunnen Schiedammers haar makkelijk vinden en aanspreken als ze dat willen.

De eerste week heb ik me streng aan de regels gehouden. Zo ben ik ook niet naar kantoor gekomen om te werken. Niet snel daarna besloot ik dat dit – ook zonder de regels te overtreden – best anders kon. Ik moest de stad echt leren kennen en gaan ‘voelen’. Het begon ‘klein’. Zo ben ik bij de lokale slager een belegd broodje gaan halen voor de lunch. De overbuurvrouw stond haar ramen te lappen, daar maakte ik een praatje mee. Het voelde goed om toch iets menselijks te doen en voelen in die ‘koude dagen’.

“Tijdens het wandelen ging het niet over werk maar hebben we elkaar leren kennen.”

Met mijn team ben ik al snel gaan wandelen. We hebben 20 mensen in vaste dienst. Zij kwamen naar Schiedam om mij hun favoriete plekjes in de stad te laten zien of – als ze geen eigen vervoer hadden – ging ik naar een park in hun woonomgeving. Tijdens het wandelen ging het niet over werk maar hebben we elkaar leren kennen.

De sfeer onder de medewerkers was gelukkig goed. Wat dat betreft hadden wij als museum een beetje mazzel. Onze verbouwing viel precies samen met de Covid-tijd. Heel veel culturele instellingen bevonden zich op dat moment in een crisis. Ik werkte hiervoor in het Kunstmuseum Den Haag, een museum dat het de laatste jaren juist heel goed heeft gedaan en een fors aandeel eigen inkomsten heeft weten te realiseren. Juist die instellingen hadden het moeilijk, want die inkomsten vielen in een klap weg. Die uitdaging hebben we bij het Stedelijk Museum Schiedam niet gehad. Bovendien heeft de stad Schiedam goed voor zijn instellingen gezorgd tijdens corona.

Hoe heb je jezelf uiteindelijk voorgesteld aan de Schiedammers?

Het begon dus met wandelen. Heel veel wandelingen met Schiedammers. Schiedam is een hele hechte gemeenschap. Veel mensen kennen elkaar. Als ik met de een had gewandeld, werd de volgende persoon die ik ‘echt moest ontmoeten’ al geopperd. Als een kettingreactie ontmoette ik wandelend toch veel mensen. En ik gaf interviews in de lokale media. Schiedam heeft relatief veel en betrokken lokale media. Mensen spreken me nu aan op straat. Ik hoef me niet meer aan iedereen voor te stellen. Vaak stap ik op straat proactief op iemand af, bijvoorbeeld als ik een nieuwe winkelier zijn deur zie openen of iemand zijn huis zie schilderen. Ik praat makkelijk en ben voor zover ik zelf kan inschatten best toegankelijk. Ik hoop dat iedereen me gewoon durft aan te spreken.

Het Stedelijk Museum Schiedam krijgt meer ruimte. Dit is de grote zaal van de Monopole, voor de verbouwing.

Hoe waren de reacties op de voorzichtige opening (na de Covid sluiting)?

Ons eigen museumgebouw staat nog in de steigers voor de renovatie maar we hebben uiteraard ‘alternatieve locaties’ in de stad waar we programmeren. Je merkt echt dat mensen blij, uitgelaten, opgelucht zijn dat onze pop-up locaties open zijn. Waar de Stadscocon van Florentijn Hofman het razend goed deed bij een breed publiek sprak het Kijkdepot Schiedam juist de geschiedenisliefhebbers uit de stad aan. Voor ieder wat wils.

De Stadscocon was ons eerste programma na de lockdown. Best even spannend. Toen ik de tekeningen van Florentijn Hofman zag, dacht ik zelf wel meteen: dit wordt gaaf. Ik houd wel van iets spannends. Maar wat zal het publiek ervan vinden? De Stadscocon is als een onbeschreven blad. Het kan wat met je doen, maar ook helemaal niet. De ervaring is heel persoonlijk, komt uit jezelf. Elke reactie mag er zijn, maar dat kan dus ook zijn: “Ja…het zal wel, een groene ballon.” Gelukkig waren de reacties laaiend enthousiast.

Er waren mensen die het niet juist vonden om zo’n groot kunstwerk in een kerk te plaatsen, en die reactie snap ik ook wel. Die mensen heb ik in enkele gevallen zelf ook gesproken. Zo heb ik een meneer weten te motiveren om het toch eens te gaan ervaren. Zijn ervaring heeft hij in een prachtige brief aan mij beschreven. Kippenvel kreeg ik er van (en hij dus ook). Het was vaak verrassend hoe bezoekers reageerden. Van “Spirituele ervaring” tot “Alsof ik in een groene baarmoeder ben”.

"Toen ik de tekeningen van Florentijn Hofman zag, dacht ik zelf wel meteen: dit wordt gaaf. Ik houd wel van iets spannends. Maar wat zal het publiek ervan vinden?"

Ben je wel eens langsgelopen om zelf te zien hoe de bezoekers reageren?

Omdat er zo’n strenge limiet zat op de bezoekersaantallen - 5 tot 10 bezoekers per keer - keek ik daar mee uit. Ik ben er af en toe in geweest met relaties. Bezoekers zijn vaak heel stil. Dat komt wellicht ook door de soundscape, uitgevoerd door stadsorganist Arjen Leistra op het orgel van de kerk. Zachte, maar ook heel intense stukken wisselden elkaar af. Bezoekers werden er door geraakt, en luisterden dus eerder, dan dat ze spraken. Dat is mooi om te zien. Veel mensen wilden na corona juist niets anders dan uit hun bubbel, uit hun woonkamer, en hier gingen ze opnieuw een bubbel in. Een hele bijzondere, dat wel.

Hoe denk je over de online aanwezigheid van musea?

Die is heel belangrijk. Alle musea moeten daar over nadenken. Kun je tegenwoordig alleen nog maar op fysiek bezoek leunen? Of zijn sommige doelgroepen eerder, of vooral, op zoek naar een online ervaring? Al geloof ik nog heel erg in de kracht van het fysiek ervaren van een kunstwerk. Je ziet die magie niet af aan een ‘plaatje’. Toch zal het een mix van een on- en offline ervaring moeten worden, waarbij het uiteindelijke doel is om dat kunstwerk of dat voorwerp dat iets zegt over onze geschiedenis in het echt te ervaren. Daarnaast is de online wereld ook een heel nieuw podium voor kunst, en in het bijzonder digitale kunst. Die ontwikkelingen zijn evenzo interessant, het verbreedt ons begrip van wat kunst is.

"Toch zal het een mix van een on- en offline ervaring moeten worden..."

Het zijn vaak alleen de grotere musea die een serieuze digitale strategie uitwerken. Dat heeft heel praktisch ook met capaciteit en budget te maken. Stedelijk Museum Schiedam heeft maar een klein team dat bergen werk verzet. Wij hebben ook geen groot budget voor digitalisering en online ervaringen beschikbaar. Toch wil ik daar ook op inzetten. We zoeken naar externe financiering en kijken wat er toch mogelijk is binnen onze grenzen.

Op dit moment experimenteren we bijvoorbeeld met een online tentoonstelling over het late werk van kunstenaar Constant Nieuwenhuijs. Via video’s waarin jongeren reflecteren op zijn werk, betrekken we nieuwe groepen kunstliefhebbers bij onze collectie. Ik zie online tentoonstellingen in die zin ook als een extra podium voor de collectie.

Wat vind jij de kracht en/of waarde van kunst?

Kunst en cultuur verrijken ons leven, verdiepen het, laten je ergens op een andere manier naar kijken of bezorgen je een moment van schoonheid of verwondering. Dat is niet in geld uit te drukken. Dat maakt ons tot de mensen die we zijn. De ervaring die we met kunst hebben, kan voor iedereen anders zijn. Het kan een emotie oproepen. Het kan je aan het denken zetten of laat je ergens anders naar kijken. Het maakt je aan het lachen of doet je ontspannen. Er is geen goed of fout. Het gaat er om dat je even de dagelijkse realiteit ontstijgt. Het geeft het leven en de mensen die er in rondlopen, kleur.

Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat een museumbezoek niet moeilijk hoeft te zijn. Dat is bij het Stedelijk Museum Schiedam ook echt ons ‘lijflied’. Maar ook in het museum waar ik hiervoor werkte was dat een belangrijke leidraad.

Bij het Kunstmuseum organiseerden we bijvoorbeeld al tien jaar het Stadsdelenproject. Elk jaar werden alle bewoners van één wijk op hun buurtfeestje in het museum uitgenodigd. Er werd alles gedaan om onnodige drempels of ‘rookgordijnen’ rondom kunst weg te nemen. Dat werd enorm gewaardeerd. Wijkbewoners kwamen na hun eerste bezoek steevast terug op ‘hun’ avond in het museum. De laagdrempelige sfeer sprak hen aan.

"Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat een museumbezoek niet moeilijk hoeft te zijn."

Het uitzicht vanuit de torenkamer van de Monopole. Nog even en ook dit wordt een van de mooie locaties van het museum.

Één stadsdeelavond viel ooit meer bij toeval op Valentijnsdag. Voor ons een praktische samenloop van omstandigheden maar we ontdekten dat het voor de wijkbewoners een geschenk was. Een van de buurtbewoners liet ons weten dat hij zijn vriendin voor het eerst in hun relatie een echt Valentijnsuitje kon geven. Wat hadden ze de liefde gevierd in het museum. Dat zijn voor mij kleine geluksmomentjes. Heel simpel en toch zo groot.

> lees alle interviews